Ik ben hoogbegaafd. En heel normaal.

‘Vroeger was ik hoogbegaafd, nu ben ik gewoon normaal,’ vertelde ik altijd aan mensen die mij vroegen naar mijn onderwijsverleden. Ik versnelde als kleuter en sloeg op de basisschool een klas over. Op mijn tiende ging ik naar de middelbare school, op mijn zestiende deed ik eindexamen VWO. Zodoende verscheen ik wat sneller op allerhande vervolgopleidingen, uitstapjes en feestjes dan een ander kind. Daar kwamen wel eens vragen over.

IQ

Dat ik normaal was geworden, vond ik wel een mooie theorie van mezelf. Kijk, dat ik hoogbegaafd was als kind was duidelijk. Mijn IQ is getest op mijn zesde, de 150+ stond zwart op wit. Vervolgens sloeg ik die klassen over en toen ging het wel weer. Sociaal gezien niet echt, want ik hoorde er nooit helemaal bij, maar ik deed erg mijn best. Cognitief gezien werd ik nog steeds niet echt uitgedaagd, maar wel iets meer dan eerst. Ik vond mezelf vrij normaal.

Ik startte aan een paar vervolgopleidingen, ging tussendoor op reis, maakte eens een studie af en verwisselde nog een keer of vijf van baan. Ondertussen kreeg ik drie kinderen. Nog steeds was ik ervan overtuigd dat ik inmiddels normaal was, en echt niet meer hoogbegaafd ofzo. Dat kwam ook uit de IQ-test van BNN die ik eens deed voor de televisie. Zie je wel, HAVO niveau, gewoon normaal. En van die moeilijke puzzeltjes snapte ik niets, dus ik vulde lukraak wat in.

Onderpresteren

Inmiddels weet ik dat ik nog steeds hoogbegaafd ben. En daarbij ook gewoon normaal. Normaal met een beetje extra, eigenlijk. Het ‘normale’ waar ik mezelf voor aanzag, bleek een andere naam te hebben. Namelijk: onderpresteren. Ik wilde zo graag net als de anderen zijn, dat ik me maar bleef aanpassen aan mijn omgeving. Stiekem werd ik daar doodongelukkig van.

Door het begeleiden van mijn hoogbegaafde kinderen vielen de puzzelstukjes op zijn plek. Kan ik verklaren waarom sommige relaties mij zoveel energie kosten. Waarom niet iedereen mijn grapjes snapt. Waarom ik steeds weer een andere baan met nieuwe uitdaging zoek. Ik leer mezelf kennen, en voel me eigenlijk pas nu, op mijn 33e, echt ‘normaal’.

Lisette de Bruijn

 

Delen mag!
Twitter
Visit Us
LinkedIn
Share

Laat een Reactie achter