Het gaat je als ouder ook niet in de koude kleren zitten

“Hoe gaat het nu met jou?” vroeg ik aan een moeder wiens zoon een vergelijkbare reis doormaakt als die van mij eerder deed. Haar zoon gaat al meer dan een jaar niet meer naar school, omdat school geen passend onderwijs kon bieden in het kader van zijn hoogbegaafdheid en hij daardoor compleet vastliep. Ze zag hem steeds ongelukkiger worden en steeds meer worstelen met zijn gevoelens. Het feit dat ze hem al zo lang heeft zien vechten en het feit dat het thuiszitten ook een enorme impact heeft op de rest van het gezin, gaat haar niet in de koude kleren zitten. Ze is een hele sterke vrouw. De rots in de branding voor haar hele gezin. Ze staat voor iedereen klaar, houdt zich groot, probeert vrolijkheid uit te stralen en vecht als een leeuwin voor al haar kinderen. Er is slechts één iemand die zij in dit hele proces lijkt te vergeten. Dat is zijzelf… Het feit dat ik haar vraag hoe het met háár gaat, zorgt ervoor dat er iets breekt in haar pantser. Plotseling stromen de tranen over haar wangen en zie ik wat dit écht met haar doet.

Haar zo te zien raakt mij en het neemt mij terug naar een aantal jaar geleden. Toen was ík die moeder die continu moest vechten, maar tegelijkertijd hier eigenlijk geen energie meer voor had. Alsof ik compleet gebroken was, maar kost-wat-het-kost mezelf met ducktape in elkaar probeerde te houden om maar overeind te blijven. Overeind voor mijn kind….

Vanuit de omgeving stuitten we in die tijd op veel onbegrip. Hoogbegaafdheid was sowieso al iets waar mensen met een frons op reageerden. “Iedereen is tegenwoordig blijkbaar hoogbegaafd. Het lijkt wel alsof het in de mode is.” is een reactie die ik meerdere keren heb gehoord als ik probeerde te delen wat er in ons gezin aan de hand was. “wat fijn als je kind zo makkelijk leert. Die van mij kost het zoveel moeite!” was een andere veel voorkomende reactie. Ondertussen worstelde mijn kind op school tot op het punt dat hij eigenlijk liever niet meer op deze aarde wilde zijn. Uiteindelijk viel hij helemaal uit op school en kwam hij twee jaar thuis te zitten. School was geen optie meer. Alles wat ook maar iets met school te maken had, triggerde traumareacties. Toen andere kinderen dus naar school gingen, bleef hij thuis. En als gezin voelden we ons steeds meer geïsoleerd. Omdat mensen ons niet begrepen, merkten we dat we ons steeds meer terugtrokken uit het sociale leven en ons huis werd onze veilige cocon waar we ons beschermd voelden tegen het onbegrip van de buitenwereld.

Deze periode heb ik in mijn boek verwoord als onze ‘intense reis’. Dit klopt, maar het was geen plezierreisje. In die tijd was het eerder een intense strijdtocht! Waar mijn zoon vanuit het opgelopen trauma enorm boos kon worden zodra hij maar herinnerd werd aan de schoolperiode, resulteerden de wonden die ik als moeder had opgelopen in een ander soort vechtreactie. Als een bezetene begon ik boeken te lezen, podcasts te luisteren en zoveel mogelijk te leren over hoogbegaafdheid. Ik wilde alles weten om ervoor te zorgen dat ik mijn kind zo goed mogelijk kon ondersteunen. Ik was koortsachtige informatie aan het verzamelen en gunde mijzelf geen moment rust. Na verloop van tijd had ik het gevoel dat veel boeken die ik las weinig nieuws meer te bieden hadden en tóch kon ik niet stoppen met lezen. Ik dúrfde het boek niet neer te leggen uit angst dat op de volgende pagina het antwoord zou staan waarmee ik ervoor zou kunnen zorgen dat mijn kind weer gelukkig zou worden.

Dat ik op dat moment zelf gedrag vertoonde waaruit bleek dat ik zelf misschien door de situatie óók een trauma of burn-out had opgelopen, daar was ik mij op dat moment nog niet zo bewust van. Ik vond het logisch dat ik als moeder mijzelf even wegcijferde om ervoor te zorgen dat mijn kind kon ‘overleven’ (want op dat moment voelde het echt als overleven!). Eigenlijk was het pas toen ik een podcast met Femke Hovinga opnam over parental burn-out en terugkeek op de periode waarin onze zoon thuis zat, dat ik hier echt ontzettend veel in herkende. In de podcast verwees Femke naar de ‘energiematrix’ (zie de afbeelding onderaan deze blog van het model, zoals opgesteld door Heike Bruch en aangepast en aangevuld door Hans van der Loo). Ineens vielen er allemaal stukjes

op hun plek. Die hyperzone…. die leek wel voor mij geschreven. Ik ervaarde permanent een gevoel van stress, was koortsachtig op zoek naar oplossingen, kon geen moment stilzitten. Omdat ik geen ruimte liet voor mijn eigen gevoel en emoties, bouwden deze op tot het moment dat ik brak en ze niet meer tegen kon houden. Ik schommelde in die periode zo tussen mijn façade van ‘sterke powerwoman’ en ‘emotioneel wrak’ dat ik op een gegeven moment door mensen zelfs beschreven werd als ‘manisch’. Ik schoot zo heen en weer dat ik wel een flipperkast leek!

Pas toen ik mezelf toestond om te kijken wat ík nodig had om minder te ‘flipperen’ ging het beter met me. Via een vriend werd ik gewezen op een opleiding over de polyvagaal theorie. Ik leerde herkennen welk deel van mijn gedrag veroorzaakt werd door een vanuit trauma gedereguleerd zenuwstelsel én wat voor mij werkte om ervoor te zorgen dat ik niet continu in de hyperzone vastzat – want, hoe zeer ik ook een powerwoman probeerde te zijn, dat trók mijn lichaam simpelweg niet! Ik leerde beter voor mijzelf zorgen en ervaarde wat het effect hiervan was op het welzijn van onze zoon. Doordat ik meer rust uitstraalde, ervaarde mijn zoon ook meer rust. Hij is immers net een spons die háárfijn aanvoelt hoe mensen in hun vel zitten en dat kan vóór of tégen hem werken.

Naast het volgen van deze training leek het universum nog een gebed te verhoren. Door het schrijven van mijn boek en het opnemen van de podcast kwam ik steeds meer in contact met mensen die mij wél begrepen. Mensen die de wereld op dezelfde manier ervaren en aan één woord genoeg hebben als ik iets probeer uit te leggen. Mensen die mij niet veroordelen en waarbij ik mijn gevoelens mag uiten. Mensen bij wie ik zélfs af en toe lekker samen mag ‘flipperen’ als dat nodig is. Door de spiegels die deze prachtige mensen mij boden, leerde ik mijzelf ook meer waarderen. Ik noem ze af en toe gekscherend mijn ‘butterfly people’, omdat zij mij hebben geholpen om los te breken uit het ‘veilige coconnetje’ waar ik mezelf in had opgesloten. Ze hielpen mij groeien en het voelde echt alsof ik, net als de vlinder, een transformatie doormaakte.

Al deze dingen gingen door mijn hoofd toen ik de wanhoop van de moeder zag waar ik het verhaal mee begon. Voor ouders wiens kind niet in het malletje van ons schoolsysteem past, is het geen makkelijke reis. Het voelt vaak alsof je met je rug tegen de muur staat en je voelt je verdrietig, boos en eenzaam. Herken je dit? Weet dan dat je het waard bent om deze gevoelens toe te laten en te leren hoe je de reacties van jouw zenuwstelsel op wat je meemaakt beter kunt reguleren, zodat jij én je kind jullie beiden beter voelen. Je bent het waard om er niet alleen voor te staan en jouw eigen ‘butterfly people’ om je heen te hebben die ook aan één woord genoeg hebben om jou te begrijpen. We hebben het vaak over het belang van gelijkgestemden (‘peers’) voor onze kinderen, maar ook voor jou als ouder is dat echt noodzakelijk. Probeer dus te ontdekken waar jouw ‘tribe’ zit. Ga bijvoorbeeld naar ouderavonden voor ouders van hoogbegaafde kinderen, schrijf je in voor een Peers4Parents programma of neem eens een keer een kijkje bij een HB Café of activiteiten die georganiseerd worden door de Stichting IQ+. Ze bestaan echt! Jouw mensen, waardoor de wereld ineens een stuk meer kleur krijgt, gedeelde problemen lichter worden en je stapje-voor-stapje ook kunt leren genieten van de gift die jullie gezin gekregen heeft… een hoogbegaafd kind!

 

Delen mag!
Twitter
Visit Us
LinkedIn
Share

Laat een Reactie achter