Lastige ouders

In de trein, op weg naar huis, vang ik een gesprek op tussen een moeder en haar dochter. Ze praten over de toekomst: studie, werk, wat bij haar zou passen. ‘Ga alsjeblieft niet in het basisonderwijs werken’, zegt de moeder. ‘Je moet daar zóveel extra uren maken in je eigen tijd en vergeet niet al die lastige ouders waar je mee te maken krijgt.’

Die woorden blijven hangen. Lastige ouders.

Toen onze oudste voor het eerst naar school ging, stonden er ’s ochtends altijd een paar ouders uitgebreid te praten met de leerkracht. Ze vertelden hoe hun kind geslapen had, of er goed gegeten was, en of de meester die dag extra wilde letten op het op tijd naar de wc gaan.

Ik wilde niet zo’n ouder zijn. Veeleisend, met weinig oog voor de andere kinderen in de groep of de taken die al op het bordje van de leerkracht lagen. Niet zo’n lastige ouder.

En toen kwam dat ene meisje in de klas.

Iedere ochtend kwam ze huilend binnen, vastgeklampt aan een van haar ouders. De eerste dag had iedereen met haar te doen, maar na twee maanden begon het geluid te irriteren. Ook de houding van de leerkracht veranderde. Waar ze eerst het meisje op schoot nam en met aandacht naar de ouders luisterde, kreeg het meisje nu een vaste plek in de kring. Het gehuil werd genegeerd.

Haar ouders wurmden zich elke ochtend, met het zweet op hun voorhoofd, los uit haar greep. Ze zetten haar op haar stoeltje en verlieten het lokaal.

Ik sprak haar moeder een keer. Ze vertelde over haar zoektocht: over hoogbegaafdheid, passend onderwijs en alle gesprekken die ze al had gevoerd met school. Het klonk tobberig en uitzichtloos. Ik dacht: Wat zegt dit over deze ouders, dat hun dochter elke dag huilend naar school komt? En ik nam me voor nooit zo te worden. Zo’n lastige ouder.

Laatst kwam ik haar vader tegen. Hij vertelde dat ze zó blij zijn dat ze de basisschool achter zich hebben kunnen laten. Hun dochter zit inmiddels in de brugklas. Het heeft hen heel wat gesprekken met school en geld om deskundigen te betalen gekost, maar het is gelukt. Ze hebben haar aan boord weten te houden. En nu, op het voortgezet onderwijs, heeft ze eindelijk haar plek gevonden.

Het klonk niet tobberig, maar krachtig en hoopvol. Ik zag iemand die is blijven staan voor zijn dochter en die steeds opnieuw het gesprek bleef aangaan.

Ik kijk naar onze dochter. Hoogbegaafd en uitgevallen in groep acht.

Met alles wat ik nu weet wou ik dat ik wat meer die lastige ouder had durven zijn. Uit angst om het goede contact met school te verliezen heb ik vaak mijn mond gehouden. Ik

wilde niet op de plek van de professional gaan zitten. En uit begrip voor de hoge werkdruk stelde ik weinig eisen.

De meeste ouders van hoogbegaafde kinderen weten meer over hoogbegaafdheid dan de gemiddelde leerkracht. En binnen het huidige onderwijssysteem, waarin kennis én middelen vaak ontbreken, is het nodig dat deze ouders op de barricade springen voor hun kind.

Het spijt me voor mijn dochter dat ik dat te weinig heb gedaan.

De echte lastige ouders zijn misschien wel degenen die niets zeggen.

Delen mag!
Twitter
Visit Us
LinkedIn
Share