Voor: die ene hoogbegaafde leerling Van: die ene leerkracht
‘Soms vraag ik me af hoe het met je gaat. Je zult nu in de derde zitten van het vmbo? Zoals je misschien weet is het niet niks om voor een groep van dertig leerlingen te staan. En je hebt ook vast wel eens gehoord van het lerarentekort. En van ouders met torenhoge verwachtingen die hun eigen kind speciaal vinden. Wat ik wil zeggen: “Ga er maar aan staan”.
Jij zat bij mij in groep acht. Verlegen en lief. Je had veel vriendinnen, lag goed in de groep. Lezen vond je moeilijk, ondanks alle extra hulp. Jij hield meer van klusjes en buiten spelen, die ruimte gaf ik je. Je ouders lieten me een onderzoeksverslag zien. Eerlijk gezegd heb ik dat opzij geschoven. Ik hou niet van labels en ontvang ieder kind in mijn groep zo blanco mogelijk. Meestal willen ouders me ook via zo’n verslag in de richting van een bepaald schooladvies sturen. Ik zeg niet dat jouw ouders die intentie hadden, maar ik hou dit soort dingen af en vertrouw op mijn blik en jarenlange ervaring.
Hoogbegaafd. Jij? Ik zag het niet. Dat spijt me nu. Ik verwarde de hoog presterende leerlingen in mijn groep met hoogbegaafdheid. Je was zo goed in niet opvallen en je aanpassen aan je vriendinnen dat ik niet zag hoe gevoelig je was en je diepe denken vertaalde als traagheid. Ik heb zelf meer met de wat drukkere en luidruchtige kinderen, ik vond jou moeilijk te peilen. Creatief was je niet. Maar misschien lag je lat zo hoog dat je nergens aan begon, zeker niet als je niet zeker wist of je iets meteen zou kunnen. Meestal heb ik meteen een beeld bij leerlingen die in mijn klas instromen. Ik vond jou een typische vmbo-leerling. Veel hulp nodig, weinig zelfvertrouwen. Je leesproblemen waren fors. Ik had toen nog nooit van dubbel bijzonder gehoord. De toets uitslagen bevestigden mijn eerste indruk. En de laagste uitslag is leidend. Ik gaf jou een vmbo-advies. Tijdens het afscheid vertelde ik dat je zo goed voor anderen zorgt en dat jij fijn met je handen gaat werken. Dat we die mensen in de toekomst hard nodig hebben. Tegen je vriendinnen, allemaal een vwo-advies, zei ik dat ze alles konden worden wat ze wilden worden en dat we vast nog van hen gingen horen in de toekomst. Ik bedoelde het goed.
Hoe gaat het met je? Ik hoop dat je inziet dat jij niet dommer bent dan je vriendinnen, dat je daar niet te lang mee hebt gezeten. En dat jullie vriendschap nog bestaat, ook al zijn jullie een andere kant op gegaan. Word je op het vmbo wél gezien? Snappen ze dat jij op een andere manier denkt, leert en voelt? Dat je andere strategieën nodig hebt om in beweging te komen en iemand die met hoge verwachtingen naar je kijkt? Je zult niet zoveel peers ontmoeten, maar wie weet is er iemand binnen het team met expertise die zich over jou ontfermt? Ik wil je laten weten dat ik nog regelmatig aan je denk. En dat de intern begeleider en ik na jouw vertrek nog eens gekeken hebben naar jouw schooldossier. De directie heeft er daarna voor gezorgd dat het hele team werd bijgeschoold. Ik kijk inmiddels anders naar hoogbegaafdheid. Het is misschien laat, maar wat ik eigenlijk wil zeggen: “Ik zie je nu. Dank je wel voor alles wat je me hebt geleerd.”’
Soms vraag ik me af hoe het met je gaat. Die ene leerkracht van groep acht. Van die ene oude school van onze dochter.