De gevoelens van een moeder van een thuiszitter
Al een tijdje staat mijn leven volledig in het teken van mijn zoon. Als mensen aan mij vragen “hoe gaat het”, praat ik over mijn zoon. “Ja het gaat goed, zoonlief is ….”. Eigenlijk gek natuurlijk, maar ik weet echt weinig over mezelf te vertellen. Ik maak ook weinig mee wat niet met mijn zoon te maken heeft en mijn doelen op de korte termijn (lange termijndoelen doen we maar even niet meer aan) hebben allemaal betrekking op mijn kinderen. Als het met hen goed gaat, dan komt er tijd voor mij, of tenminste: dat hoop ik.
Verbonden
De band met mijn zoon is enorm intens. Al vanaf zijn geboorte spiegel ik zijn gevoel: is hij blij, dan ben ik blij; is hij verdrietig, dan ben ik dat ook. Heel anders dan bij mijn tweede kind, waar ik ook zielsveel van houd, maar die ik lekker boos, verdrietig, blij etc. kan laten zijn, zonder daar zelf direct door van stemming te veranderen. Ik zou dat ook graag voor mijn zoon willen, maar het lukt niet. Het lijkt wel of ik zijn emoties niet alleen zie en hoor, maar ook enorm intens voel, alsof ze vanuit mijzelf komen.
Er is iets…
Op de een of andere manier krijg ik bij mijn zoon altijd het gevoel dat er iets niet helemaal in orde is, dat hij niet lekker in zijn vel zit, dat er iets wringt of dat er iets is wat hij niet wil of kan vertellen. Heel lang heb ik gedacht dat ik me dat verbeeldde en dat het meer met mijn eigen gevoelens te maken had. Maar nu de opvoeding van ons tweede kind zo anders verloopt, vraag ik me steeds meer af of dat wel klopt. Want als het mijn eigen geprojecteerde gevoelens zijn, waarom is het met mijn tweede kind dan zo anders? Of verbeeld ik het me wellicht toch…?
Teleurstelling
Ik had me het ouderschap heel anders voorgesteld. Ik dacht met plezier te kunnen blijven werken en daarnaast met veel enthousiasme me met de opvoeding van mijn kinderen te kunnen bezighouden. We zouden leuke activiteiten ondernemen en de kinderen zouden met plezier naar school, opvang en andere activiteiten gaan.
Al gauw na de geboorte van mijn zoon echter, werd het werk een stuk minder interessant en ook het ouderschap viel tegen. Eigenlijk had ik nergens het gevoel er echt te kunnen zijn, thuis dacht ik teveel aan werk en op het werk maakte ik me zorgen over mijn zoon. Ik ging er heel erg door twijfelen aan mijn inschattingsvermogen en vertrouwde mijn eigen gevoel niet meer.
Weinig geluisterd
Aan al die activiteiten waar ik zo naar had uitgekeken, bleek mijn zoon nauwelijks plezier te beleven – in plaats daarvan observeerde hij meestal bloedserieus de mensen die we tegenkwamen. Naar school ging hij al na de eerste twee weken niet meer met plezier, bij elke keer dat ik hem ophaalde voelde ik aan alles dat er iets was, al zei hij altijd enigszins verdoofd dat het goed was geweest op school. Ook ik stopte mijn twijfels weg en zette keer op keer mijn moedergevoel aan de kant. Tot na 1,5 jaar het echt niet meer ging en ik de knoop doorhakte: zo kan het niet langer, zoon blijft thuis.
Opnieuw twijfel
Nu gaat het een stuk beter met zoon en hij maakt al sinds een tijd mooie stappen in zijn ontwikkeling. Toch knaagt er weer iets. Ik heb weer het gevoel dat er iets niet goed gaat, maar ik krijg er de vinger niet op. Gaat het te snel voor hem? Of juist te langzaam? Waar doen we goed aan? Het grote verschil met een jaar geleden is dat ik me nu omringd weet door mensen die mijn moedergevoel serieus nemen. Er wordt naar geluisterd en het wordt meegenomen in afwegingen. En hoewel de zorgen om mijn zoon misschien wel nooit zullen verdwijnen, ik kan er zo een stuk beter mee leven.